De oorsprong van hondachtigen
Volgens de meeste paleontologen is de Cynodictis de voorvader van
honden. Hij leefde in Europa (hier werden overblijfselen gevonden in Quercy Frankrijk) en Azië gedurende het hele Eoceen (60 tot 40 miljoen jaar geleden) en ook nog in het vroege Oligoceen (40 tot 23 miljoen jaar geleden). In Noord-Amerika leefde hij van het vroege Oligoceen tot het vroege Mioceen (23 tot 5 miljoen jaar geleden) in een geëvolueerde vorm. Hij was het die de toen heersende carnivoor Creodonta verdrong. Cynodictis verbleef meer op de grond dan Miacis. Hij kon nog wel zijn nagels intrekken maar was al beter toegerust om te rennen.
Nauw verwant aan de Europese Cynodictis is Hesperocyon. Dit dier had vermoedelijk een lang en soepel lichaam met naar verhouding korte ledematen die 5 tenen hadden met nog gedeeltelijk intrekbare nagels.
Uit Hesperocyon ontwikkelde zich Mesocyon die van 29 tot 21 miljoen jaar geleden in Noord-Amerika leefde. Mesocyon is de rechtstreekse voorvader van de 2 hondenachtigen in het Oligoceen; de Cynodesmus en de Tomarctus. Mesocyon is waarschijnlijk de schakel tussen Daphoenus en deze 2 typen.
Van Daphoenus is een variatie aan soorten bekend met klauwen die nagenoeg geen overeenkomst meer hadden met die van katachtigen en al goed aan de intentie van rennend jagen voldeden (de 5 praktische tenen bleven wel aanwezig).
Daphoenus (bear dog) leefde in Noord-Amerika en leek op een wonderlijke kruising tussen een
hond en een kat. De algemene belijning van de schedel was katachtig terwijl de kop verwantschap met de wolf vertoonde. Sommige geleerden zien Pseudocynodictis als de voorouder van de wolf terwijl anderen denken dat het Daphoenus was.
Vanuit Pseudocynodictis en/of Daphoenus ontsprongen ca. 10 miljoen jaar geleden 2 evolutionaire lijnen; de Cynodesmus en de Tomarctus Cynodesmus.
Cynodesmus leek veel op een hyena met diverse katachtige trekken. Hieruit lijken de wilde Zuid-Afrikaanse
honden en de Afrikaanse hyena te zijn ontstaan. Dit dier heeft ongetwijfeld een hogere evolutie dan al zijn voorgangers gehad en kan als de windhond uit die periode worden beschouwd. Het was een hardloper bij uitstek.
Tomarctus is de voorvader van onze huidige
honden, de wolf, de jakhals en vele wilde hondensoorten. Zijn schedel vertoont gelijkenis met die van moderne
hondenrassen maar was volgens aanwijzingen minder intelligent. Hij was ook een hele goede hardloper.
Door het voortdurend afkoelen van de aarde werd 8 miljoen jaar geleden een landbrug over de Beringstraat gevormd. Hierdoor konden dieren ook Eurazië bereiken waar de grootste verscheidenheid werd bereikt. Hier kwam de opkomst van Canis Lupus op gang en ging via de Beringstraat naar Noord-Amerika.
Canis (tamme
honden, wolven, jakhalzen vossen en alle soorten die tot het geslacht Canis behoren) verscheen in Europa, Azië en Afrika tijdens Plioceen zo'n 5 tot 2,5 miljoen jaar geleden maar pas in Pleistoceen (2,5 miljoen tot 12.000 duizend jaar geleden) in Noord-Amerika.
De verplaatsing van de oude wereld (Europa, Azië en Afrika) naar de nieuwe wereld (Noord & Zuid-Amerika) is het gevolg van de landtong over de Beringstraat waardoor Azië met Amerika werd verbonden. Dieren migreerden voortdurend over uitgestrekt gebied heen en weer op zoek naar rooskleurige leefomstandigheden.